zondag 15 januari 2012

Twee gedichten van Sonja Prins


Recentelijk is het derde deel uit Weegschaal de aarde, het Verzameld Werk van Sonja Prins (1912-2009) bij uitgeverij Papieren Tijger uitgekomen, met daarin de gedichten uit negen bundels, die zijn verschenen tussen 1958 en 1976. Daaruit twee gedichten voor deze site:

Mooi in het kleine
grandioos niet-grandioos: armzalig
de machine die de jongen tekent
hij tekent zijn eigen armen en
benen voeten

hij ordent de rompslomp

mooi in het kleine
de enige dimensie

maar toen hij ouder werd
lag alles achter hem
hij stond kaalhoofdig
te turen


mooi in het kleine zijn wij
wij dikkerds wij volgevretenen
wij strijken een lucifer
en het brandt

wij zijn totaaldenkenden
de totempalen
van het geduld
zonder ons geen vooruitgang



*     *     *     *     *

De schijf van verdienste

ik liep een dag met veel papieren
in mijn hand
naar de Heerengracht en naar de Keizersgracht
zoals een klok loopt rond
met diamenten in de buik
zijn wijzers zijn een vrouw
zijn ogen zijn de tijd
ik liep een hele tijd ik liep de ogen om

papieren van mijn hand
gezet offset getypt
de schijf waar ik begon
wees nog dezelfde tijd



Sonja Prins (1912-2009):
1. uit Legio jaren in oktober (1960-1963)

2. uit Als de muren zich sluiten (1964-1965
Beide bundels zijn opgenomen in
Weegschaal de aarde ─ Verzameld Werk 3
dezer dagen verschenen bij uitgeverij
Papieren Tijger. ISBN 978-90-6728-268-0

Nog een gedicht van Sonja Prins is te vinden in een bijdrage van heden op onze zustersite Muziek en mensen.
Op maandag 16 januari is weer een ander gedicht te vinden op de zustersite Tempel der Taalkunde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten