Horrible, horrible, most horrible
Eenmaal had ik zeven vrinden,
Bloemen in mijn levensgaard,
Die ik tot een krans mocht binden
Om mijn hoofd en om mijn haard.
Luister, en, van één tot zeven,
Zeg ik in een bondig lied,
Waar zij allen zijn gebleven,
Want ik had ─ maar heb ze niet.
De eerste, een knaap met blonde lokken
En een vriendelijk gemoed,
Is naar 't verre land vertrokken,
Hij is heen ─ en heen voor goed.
Op zijn beeltnis blijf ik staren
En ik weef een lang gedicht ;
Door mijn dromen komt hij waren,
Met een vreemd en bruin gezicht.
Nommer Twee liet zijn getrouwen
Loopen voor een kleine meid,
Die hem strengen op leert houên,
Smelten doet van zaligheid.
't Was een fiere, forsche jongen,
Die altijd mijn poken brak ;
Onbedwingbaar, nu bedwongen,
Door een zachte vrouwenplak !
Nommer Drie, wien ik het leven
Zoo vol gratie en talent
Door zag fladdren, zingen, zweven,
Half een vlinder, half student,
Zijn Eerwaarde zakte op klompen
In een kleigrond, zes voet diep,
En tracht d"Urmensch in te pompen,
Wie dan toch de wereld schiep !.....
Nommer Vier werd ongenietbaar ;
't Is een pure filoloog !
't Is een Graecus, 't is een Piet ─ maar
Ongelooflijk dom en droog.
'k Moest den Vijfde laten glijden,
Daar 'k met hem mijn rust verloo,
Want op ongelegen tijden
Las hij me altijd verzen voor.
En de Zesde, jong bedorven ─
Zwakke ziel en groote geest ─
Is, mijn ziele schreit ─ gestorven !
Maar een ander zegt, gesjeesd.
Mocht hij voor een vriend herleven,
'k Zou hem in een dankbaar hart
Dichterlier. Ornament op het voorplat van beide delen van De Dichtwerken van P.A. de Génestet. |
Heilig door een lange smart.
Maar u kan ik zien noch luchten,
Diepst gezonken SIMIA !
Al uw zeemlen, al uw zuchten,
Al uw doen is laria,
Ieder zuchtje is een Judas,
Ieder glimlach is een list.....
O mijn help ! Ik merk het nu pas,
Ach, de vent werd humorist !
1850.
Petrus Augustus de Génestet (1829-1861)
Uit De Dichtwerken eerste deel (van twee)
Verzameld en uitgegeven onder toezicht
van C.P. Tiele, bij Gebroeders Kraay te
Amsterdan, tweede druk 1871
Zie tevens de korte bijdrage HUMOR, in een artikel over ons Nederlands van nu, gepubliceerd op de Wijkwebsite van De Paddepoel in Groningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten