Aan Hendrik de Vries
DE VREEMDELING
Laat mij alleen.
Dit is de tweesprong onzer wegen,
gij hebt mij tot den versten rand geleid.
maar keer hier om, ween niet.
gij kunt den laatsten tocht naast mij niet schrijden.
noch ik met u, gij gaat hem eens alleen.
gij zijt mij nochtans onverdeeld verpand :
ik heb uw bloed den donkren kus gegeven
van hen die boven dood en leven
ontstegen zijn. ik ben hun afgezant.
ik beid uw komst.
wij zullen eens den zwarten wijn
van dood en donker uit één beker drinken.
wij zullen stroomend in elkaar verzinken
en eeuwig zijn.
vaarwel.
ik keer niet weer
maar gij komt zelve, later.
vaarwel. het water
roept voor de derde keer.
Hendrik Marsman (1899-1940)
Onder meer opgenomen in ERTS Almanak 1926
Verzen, Proza, Drama, Essay.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Wanneer is dit gedicht geschreven?
BeantwoordenVerwijderen